Kattenkruid (Latijnse naam: Nepeta cataria) groeit in sommige streken van Europa en Aziƫ. In Rusland is het wijdverspreid in het Europese deel, de noordelijke Kaukasus, zuidelijk West-Siberiƫ en het Verre Oosten.
Het trekt veel katachtigen aan, waaronder leeuwen, luipaarden en jaguars. Poezen behandelen dit kruid ook met eerbied.
Dit effect is te wijten aan de chemische verbinding nepalactalone, die door de plant wordt afgescheiden wanneer deze beschadigd raakt. De stof beĆÆnvloedt de neusreceptoren van de dieren, waardoor de hersenactiviteit verandert. De interesse van de kat in de plant uit zich in snuffelen, likken, knabbelen, wrijven, enz.
Het effect duurt meestal niet langer dan 15 minuten en de intensiteit hangt af van het individu. Sommige eigenaren gebruiken kattenkruidzakjes om hun huisdieren te trainen een krabpaal te gebruiken.